boekverslag: een goede dag voor de ezel
Bibliografische gegevens:
Auteur: Tim Krabbé
Uitgegeven: 2005 (Prometheus, Amsterdam)
Pagina's: 118
Niveau: bovenbouw havo/vwo
Genre: psychologische roman
Oorspronkelijke taal: Nederlands
De opbouw:
Ieder hoofdstuk wordt er gewisseld van hoofdpersoon. In het ene hoofdstuk vertelt de schrijver vanuit Mischa’s positie, en dan weer vanuit Wybrens positie. Dat is leuk, je hoort het verhaal van verschillende kanten en je snapt het probleem beter zo.
Het verhaal werd chronologisch verteld. Ik vind dat wel prettig, aangezien je dan minder op hoeft te letten en je je beter op het verhaal kan concentreren.
Samenvatting:
Mischa is een man wiens relatie is stuk gelopen. Hij vindt zijn ex verschrikkelijk en de haat voor haar die door zijn lichaam raast, brengt hem in het stadium haar te willen vermoorden. Hij koopt een pistool. Eerst is hij er bang voor, maar toch gaat hij naar een bos om te oefenen.
In zijn hoofd ziet hij zichzelf al voor zijn ex, Lydie, staan, met zijn pistool getrokken. Haar angst groeiend, bang voor wat komen gaat, bang voor de dood…
In het bos schiet hij op een boom en daar schrikt hij zo van dat hij stopt met oefenen en naar het dorp gaat om een gele muts te kopen en nieuwe schoenen, als vervanging voor zijn doorweekte paar.
In de bus naar huis stappen ook een stel scholieren in. Mischa hoort er twee zeer onbeschoft taalgebruik gebruiken, over wat je eigenlijk met ‘nikkers’ zou moeten doen, enzovoorts. Hij merkt dat ook anderen in de bus zich ergeren aan de praat van de jongens. Maar allen zijn ze laf en zeggen ze niets. Dan begint één van de jongens, Bart Meeuwse, over ‘Viskutje’ te praten. Even later vraagt hij aan een meisje iets voor hen hoe ze ook weer heet en hij zegt dat ze ‘Viskutje’ moet zeggen. Dat doet ze.
Mischa voelt zich ellendig. Om een meisje zo te vernederen, waar anderen bij zijn. Gewoon, in het openbaar… Het was zijn vriendin, dat merkte Mischa.
Wanneer de jongen uitstapt bij een halte volgt Mischa hem en hij volgt hem tot in de straat waar een boerderij, het huis van Bart Meeuwse, staat. Daar spreekt hij Bart aan.
Na een gesprek waarin Mischa zijn pistool uit zijn binnenzak heeft gehaald en waarin Bart dat pistool gezien heeft, schiet Mischa de jongen één keer. Dan hangt hij over hem heen en schiet hij nog eens. Wanneer hij Bart aan de kant duwt, lijkt hij zich vast te grijpen, maar na nog twee schoten glijdt hij de sloot in. Nu hij de moord gepleegd heeft, voelt hij geen haat meer voor Lydie en besluit hij haar niet te vermoorden.
Wybren Fechter krijgt in twee dagen op zijn kantoor twee anonieme briefjes. De één beschreven met de woorden ‘Iedereen neukt Viskutje’. De ander; ‘Viskutje vind het lekker’ (dat staat echt zo in het boek, en ik merkte het op als spellingsfout, het hoort namelijk ‘vindt’ te zijn). Wybren vraagt zich af wie er neukt. Zijn dochter? Zou zijn dochter ontmaagd zijn? Hij bedenkt al allerlei volwassen gesprekken die hij daarover met zijn dochter zou kunnen voeren, als twee gelijken. Maar Viskutje… werd zijn dochter zo genoemd? En dat iedereen?
Hij besluit het haar te vragen, ’s avonds bij het avondmaal, maar ze zegt zo niet genoemd te worden.
De dag erna komt Esther Fechter overstuur thuis. Wanneer Wybren vraagt wat er is zegt ze dat ze wel Viskutje is. Ze huilt en braakt. Wybren troost en huilt mee. Na gedoucht te hebben, vertelt Esther alles. Dat ze het met haar vriend Bart gedaan had. Meerdere keren. En dat hij op een gegeven moment jongens geld had laten betalen om op de zolder door kijkgaten konden bekijken hoe Bart en Esther het deden.
Toen Esther daarachter kwam, maakte ze het uit met hem. Hij wilde echter dat ze bij hem thuis dan die gaten zou komen aanwijzen en dat ze het uit zouden praten. Dat deed Esther, maar de gaten in het plafond waren er niet.
Nadat ze gepraat hadden, wilde Bart het nog een laatste keer doen. Waarna hij vervolgens iets riep en er kwamen toen een paar jongens binnen. Ze deden het allemaal met Esther, om de beurt.
Esther durfde niet te schreeuwen en niet bij Bart weg te blijven, en zo kwam het dat ze meerdere malen door verschillende jongens verkracht werd.
Wybren weet niet wat hij moet doen. Ja, verhuizen, dat sowieso… maar misschien zou hij met Esther een wereldreis kunnen maken. Weg van hier. Weg van Bart en zijn misdrijven.
Mischa is verhuisd naar Sidney, Australië. Daar leeft hij met Lynda, zijn nieuwe vriendin. Wanneer hij op een dag met haar een wandeling maakt, geeft hij een menselijk standbeeld in de vorm van een ezel honderd dollar. Het voelt goed en het voelt tevens als compensatie voor wat hij denkt te gaan vertellen tegen Lynda. Over de moord. Vanmiddag zal hij het haar vertellen, na haar werk. Hij gaat op een terrasje zitten als zij naar haar werk is.
Na al een hoop landen te hebben bezocht tijdens hun wereldreis, zijn Wybren en Esther nu in Sydney, Australië. De laatste dag dat ze daar zijn, wil Eshter het menselijke standbeeld, vermomt als ezel tien dollar geven. Wanneer Wybren zijn dochter wat tijd voor zichzelf gunt, gaat hij zelf op een terras zitten. Hij zit naast een andere Nederlander.Esther komt na een hele tijd weer terug en Wybren wil dan gaan afrekenen. Esther herkent de Nederlander ze kent de Nederlander. Het is de Man met de Gele IJsmuts, de man die Bart om het leven bracht. Ze bedankt hem daarvoor en ze voelt zich vredig, omdat ze hem eindelijk ontmoet heeft.
Mischa voelt zich opgelucht. Hij hoeft het zijn vriendin Lynda niet te vertellen, van de moord. Esther, heeft hem zelf bedankt. Het is goed zo. Hij sluit het af.
Titelverklaring:
De voor een roman vreemde titel is terug te vinden in hoofdstuk 3 en 4 van de roman. In Sydney staan op de boulevard enkele menselijke standbeelden. Een daarvan verbeeldt een ezel. Voorbijgangers gooien muntjes in een doos voor de artiesten. Op de bewuste dag gooit Mischa 100 dollar in de doos van de ezel: hij wil daarmee als het ware een soort noodlot afkopen. Hij wil namelijk aan zijn vriendin Lynda opbiechten dat hij een moordenaar is. Het menselijke standbeeld profiteert dus van zijn houding.
Op dezelfde dag is Esther Fechter in Sydney: zij heeft ook sympathie voor het menselijke standbeeld. Zij geeft 10 dollar en ze ziet op dat moment dat er ook een briefje van 100 dollar in de doos zit. Wybren Fechter zegt daarop op bladzijde 97, dat de ezel een goede dag heeft.
De ezel brengt de twee personages Mischa en Esther weer samen en zij kan Mischa dan bedanken voor de moord. Zo komt alles weer goed. In feite is het dan ook een goede dag voor Mischa (die toch eigenlijk een onverklaarbare moord heeft gepleegd) en voor Wybren (die constateert dat zijn dochter Esther er weer gelukkig uit ziet na de verschrikkingen die ze heeft moeten ondergaan.) De band met haar is weer verstevigd, want hij had haar als pubermeisje toch een beetje uit het oog verloren, omdat hij teveel bezig was met zichzelf en het verwerken van het verdriet om zijn overleden vrouw. Het is derhalve "Een goede dag" voor drie "ezels".
Thema en Motieven Als je iemand haat, dan heeft dat een impact op iemand anders. Mischa had eerst heel veel haat gevoelens voor zijn ex Lydie waardoor hij haar dus wilt vermoorden. Omdat hij zijn haat ging richten op een ander persoon, namelijk de vriend van Esther die vermoord wordt door Mischa waardoor Mischa dus geen haatgevoelens meer heeft. Ten derde, omdat als Mischa eenmaal de moord gepleegd heeft Esther erg veel rust krijgt, want ze wordt niet meer als een stuk vuil gebruikt want de dader is dood. Wybren had heel erg veel haat naar de mensen die hadden gezien dat zijn dochter seks had met bart , ook omdat bart haar heel veel pijn heeft gedaan tijdens de seks.
Structurele kenmerken:
Het boek heeft een vaak toegepaste structuur. Er zijn twee verschillende verhaallijnen die verdeeld worden over vijf hoofdstukken. Het laatste hoofdstuk heeft bijna iets van een epiloog weg. De twee verhaallijnen komen in hoofdstuk 3 en 4 bij elkaar. Er zijn twee verschillende vertellers.
Het verhaal wordt vrijwel chronologisch verteld. Slechts hier en daar wordt de tijdlijn onderbroken om enige informatie uit het verleden te vertellen. Hoofdstuk 1 en 2 spelen in principe op dezelfde dag, hoofdstuk 3, 4 en 5 ook en tussen die twee momenten zullen waarschijnlijke enkele maanden zitten. De moordenaar is naar Australië afgereisd en de tweede verteller Wybren maakt met zijn dochter een wereldreis in een sabbatical year.
Het boek heeft een opening in handeling (je wordt meteen in het verhaal geplaatst zonder voorinformatie) en een gesloten einde (datgene waar het in de roman omdraait wordt naar tevredenheid van alle personages afgesloten).
Thematiek
Evenals in Krabbés bekendste roman "Het gouden ei" draait het in deze roman om de motieven van een moordenaar. Raymond Le Morne in de eerste roman vraagt zich af of hij in staat is een moord en dan nog wel een perfecte moord te plegen. Toevallig was Saskia in de buurt en wordt zij het slachtoffer van zijn experiment.
Een variant op dit thema is de nieuwe roman. Mischa Koreman is op weg om te oefenen voor een moord op zijn ex-geliefde Lydie. Het wordt niet helemaal duidelijk waarom hij haar wil vermoorden, maar waarschijnlijk is het omdat ze hem op liefdesgebied bedrogen heeft. "Ze was een gemeen en verschrikkelijk mens, iemand die geen geweten had en er ook geen wilde hebben, die geen gevoel had voor trouw of liefde, die helemaal geen gevoel had, alleen maar een kut, die jaren van zijn leven bij het vuil had gegooid." Blz. 17) Maar relativeert hij zelf toch ook, "er zijn dan wel miljoenen vrouwen die uit de weg geruimd moeten worden".
Wanneer hij op een boom in het Doemsterveen geoefend heeft, ziet hij er toch maar van het plan af. In de bus op weg naar zijn auto is hij getuige van een incident met een bewust kwetsende scholier ten opzichte van een lief meisje. Hij is echter te laf om op te staan en iets aan die situatie te doen. Wanneer de scholier de bus verlaat, achtervolgt hij hem en schiet hem zonder pardon neer. Vervangt de scholier zijn ex-geliefde? Of ziet hij een parallel in het bedriegen van de geliefde. Later blijkt,( maar dat wist Mischa niet) dat de jongen een kleine crimineel was die zich bovendien aan groepsverkrachting heeft schuldig gemaakt. Mischa wordt niet gepakt en vlucht naar Australië, waar hij een nieuwe geliefde ontmoet (door het universum aangewezen). Hij wil met deze veel lievere vrouw trouwen, maar worstelt met het probleem of hij de moord aan haar moet opbiechten. Hij is het op een dag van plan, bezweert met geld (100 dollar) een ritueel en krijgt daarvoor zijn beloning doordat het toeval (een vaak gehanteerd motief in het werk van Krabbé) een handje helpt. De scholiere Esther geeft ook al een bedrag aan de ezel (een menselijk standbeeld) en dat brengt hen samen. In het korte gesprek dat ze hebben, ligt de oplossing voor beider problematiek. Mischa krijgt een rechtvaardiging voor zijn daad en besluit het delict niet op te biechten aan zijn aanstaande vrouw. Eind goed, al goed. Misdaad blijkt toch te lonen. Mischa trapt niet in dezelfde val als Rex, de hoofdfiguur van "Het Gouden Ei", die niet inziet dat zijn nieuwe vriendin een betere toekomst voor hem in petto heeft. Rex wil perse weten wat er met Saskia gebeurd is en daarmee graaft hij zijn eigen graf (letterlijk en figuurlijk). Mischa is een stapje verder: hij accepteert wat er in het verleden is gebeurd en gaat genieten van zijn nieuwe liefde Lynda.
Enkele motieven die Krabbé gebruikt, zijn:
- het toeval (Mischa is bij toeval getuige van de belediging in de bus, bij toeval zijn beide vertellers tegelijkertijd in Sydney waar ze elkaar bovendien bij toeval ontmoeten.)
- vader-dochterrelatie (de band tussen Wybren en Esther was minder goed geworden en de wereldreis brengt hen weer bij elkaar, zeker nadat Esther Mischa ontmoet heeft en hem heeft kunnen bedanken voor de moord)
- seksualiteit (de relatie van "Viskutje" met Bart en de groepsverkrachtingen)
- liefde en haat (de relaties tussen Mischa enerzijds en Lydie en Lynda anderzijds)
- misdaad (de moord op Bart Meeuwse)
- schuldgevoel (Esther voelt zich toch als slachtoffer schuldig aan de ondergane groepsverkrachting)
Plot:
Er zijn twee verschillende verhaallijnen die verdeeld worden over vijf hoofdstukken. Het laatste hoofdstuk heeft bijna iets van een epiloog weg. De twee verhaallijnen komen in hoofdstuk 3 en 4 bij elkaar. Er zijn twee verschillende vertellers.
Het verhaal wordt vrijwel chronologisch verteld. Slechts hier en daar wordt de tijdlijn onderbroken om enige informatie uit het verleden te vertellen. Hoofdstuk 1 en 2 spelen in principe op dezelfde dag, hoofdstuk 3, 4 en 5 ook en tussen die twee momenten zullen waarschijnlijke enkele maanden zitten. De moordenaar is naar Australië afgereisd en de tweede verteller Wybren maakt met zijn dochter een wereldreis in een sabbatical year.
Het boek heeft een opening in handeling (je wordt meteen in het verhaal geplaatst zonder voorinformatie) en een gesloten einde (datgene waar het in de roman omdraait wordt naar tevredenheid van alle personages afgesloten).
Stijl:
Tim krabbé gebruikt makkelijk taalgebruik en een overzichtelijk plot waardoor het boek makkelijk te begrijpen is. Hij schrijft zo dat er in het begin verschillende verhaallijnen zijn, maar op het einde toch alles goed op zijn plek valt. Het verhaal is spannend en dat maakt het leuk om te lezen.
Mening:
Ik vond het verhaal spannend maar soms ook een beetje vaag want elk hoofdstuk veranderde van perspectief en na 2 à 3 pagina’s kwam je er dan pas achter om wie het ging en dan snapte je het verhaal pas echt. Ik werd heel erg meegesleept in het verhaal en wilde graag steeds verder lezen.
Bekijk wat voorbeelden


